15 Jaar Samen Schitteren: Een Warm Afscheid van Audrey Bolder bij het GSCF!

Details

Ter ere van het 15-jarige jubileum van Audrey Bolder’s betrokkenheid bij het Groninger Studenten Cabaret Festival (GSCF) hebben wij een interview gehouden! Ontdek de reis en groei van Audrey, en werp een vrolijke blik op de evolutie van het GSCF door de jaren heen.

Kun je ons vertellen hoe je oorspronkelijk betrokken raakte bij het Groninger Studenten Cabaret Festival? Wat trok je aan om bij dit evenement betrokken te worden?

Ik kende het festival van naam en van een klasgenoot van de toneelschool die het met zijn duo (Schudden voor gebruik) had gewonnen. Dus ik wist dat het GSCF een springplank kon zijn. Het begon voor mij na een workshop die ik bij het Leids Cabaret Festival had gegeven. Helga Voets, de directeur van Bunker Theaterzaken en toenmalig organisator van het LCF had net in de jury gezeten bij het GSCF en wist dat ze een nieuwe regisseur zochten. Zij heeft mij bij ze aangeraden. Hoewel ik al wat regieopdrachten op de theaterschool had gedaan, en ook een band in theater had geregisseerd, en hier en daar een workshop, was het GSCF een sprong in het diepe voor me.
Er was een klik met de deelnemers en de manier van werken. Groningen heeft de traditie dat een regisseur met alle deelnemers werkt, en dat betekent dat je met allerlei verschillende soorten mensen moet kunnen werken en omgaan. Ook als het niet echt klikt. Of in een enkel geval dat ze onmogelijk zijn om mee te werken.. Dat is ook wat het GSCF zo bijzonder maakt. Het draait niet om mijn persoonlijke smaak, maar om het vermogen om goed te kijken en te ontdekken wat bij een deelnemer past. Wat hij of zij echt wil maken. Daar help ik bij.

Het is een bijzonder jaar, aangezien je al 15 jaar bij het GSCF betrokken bent. Wat betekent dit jubileum voor jou persoonlijk?

In Groningen werd er altijd gewisseld van regisseur, maar ik werd elk jaar weer teruggevraagd. Het is inmiddels de meest vaste klus die ik ooit heb gehad. Ik wil er elk jaar wel goed over nadenken of ik er mee door ga. Ik kan in aanloop naar het festival geen grote andere klussen doen, maar ik vind het een geweldig festival om aan mee te werken. Daarom doe ik het uiteindelijk ook al 15 jaar. Na 10 jaar dacht ik: bizar hoe snel het gaat. Inmiddels zijn we weer vijf jaar verder, daar wil ik nu wel even bewust bij stil staan.

Hoe is het GSCF in de afgelopen 15 jaar veranderd of gegroeid? Zijn er momenten geweest die je extra speciaal vindt?

Ik probeer zo gelijkwaardig mogelijk met iedereen te werken. Daarom hebben we de afspraak gemaakt dat iedereen vier keer mag repeteren, hoewel dit niet verplicht is. Natuurlijk zijn er jaren waarin de samenwerking geweldig verloopt. En ik doorwerk met mensen. Zo heb ik bijvoorbeeld net het 1e avondvullende programma van Boban Braspenning, winnaar van het 35ste GSCF, geregisseerd. Het feit dat dit voortkomt uit het festival, maakt het extra bijzonder.
En in mijn tweede jaar deed Dara Faizi mee. Hij behandelde het thema van de vluchtelingenproblematiek en vertelde over zijn aankomst op Schiphol met zijn moeder. Dit was een uniek perspectief in de cabaretwereld dat ik nog niet eerder op het podium had gezien. Dara was een veelbelovend talent die dat jaar alle prijzen won. Helaas is hij ziek geworden en tien jaar geleden op jonge leeftijd overleden. We waren net begonnen met brainstormen over zijn tweede avondvullend. Ook met hem werkte ik door na het festival.
Daarnaast koester ik warme herinneringen aan mijn samenwerking met Toon en Maurice, die jarenlang verantwoordelijk waren voor het lichtontwerp en decor. Zij deden dit altijd belangeloos, in hun vrije tijd, en met heel veel enthousiasme. Daarnaast was ik natuurlijk ook een stuk jonger toen ik begon en ging ik vaak mee stappen na de halve finale en finale. Samen met de gastacts, presentatoren en na de finale ook met de jury. De laatste jaren blijven er ook steeds meer oud juryleden terugkomen om naar de finale te kijken. Onwijs gezellig. Draaiende dansvloeren, vage kelders, shotjes, eierballen en patat. Hilarische avonden!

Wat zijn enkele van de uitdagingen waarmee je te maken hebt gehad als regisseur bij het GSCF, en hoe heb je deze overwonnen?
In mijn derde jaar hadden we een presentatrice die gedurende de hele avond de hoofdsponsor afzeek. Na het festival heeft de hoofdsponsor het contract opgezegd, wat een aanzienlijke financiële klap voor het festival betekende. Het jaar daarop konden de licht- en decorontwerper niet meer betaald worden. Hierdoor heb ik veel taken over moeten nemen, wat erg spannend was. Maar daar heb ik dan wel weer heel veel van geleerd.

Daarnaast was er een incident waarbij Jort Kelder presenteerde en tijdens de opening een bak met M&M’s over de grond gooide, waardoor het hele podium bezaaid was met M&M’s.. Hij deed of ie niks te eten had gekregen, behalve een bakje M&M’s. Super grappig. Not. Ik schreeuwde door de portofoon dat de decordouwers moesten vegen. Jort dacht dat hij als presentator ook grappig moest zijn, maar het was totaal misplaatst.
Een andere keer had het bestuur een acteur (bekend van de melk reclames met het bommetje met koeien) gevraagd om de finale te presenteren. Hij wilde graag op de vleugel spelen als een soort van act, maar hij bleek geen piano te kunnen spelen. Het bestuur zei hem dat dit echt geen goed idee was, maar hij deed het toch en begon heel raar te bewegen. Een soort impro dans act met vals pianospel.. Bizar.. Sindsdien hebben we besloten om alleen comedians op het podium te laten presenteren, omdat dit gewoon het beste werkt.

Als regisseur ben je betrokken bij de creatieve processen van de deelnemers. Hoe zorg je ervoor dat hun unieke stem en stijl naar voren komen in hun optredens?
Het is veel praten, vooral aan het begin. Bij de eerste repetitie laat ik deelnemers zoveel mogelijk vertellen en vraag ik alleen maar door als ik ergens een haakje voel. Je moet nieuwsgierig zijn en goed kunnen luisteren.
Ik neem alles serieus en dat is dan ook mijn belangrijkste taak. Ja zeggen tegen ideeën waarvan je voelt dat er een bron onder zit.

Is er een bepaalde boodschap of advies dat je zou willen delen met de jonge cabaretiers die dromen van een carrière in het cabaret?
Je kunt bij een auditie talent in iemand zien, een persoonlijkheid die iemand met zich meebrengt op toneel. Dat heb je of heb je niet. Maar soms is het nog zo pril en dan weet ik dat ik dat niet kan fixen in vier repetities. Als iemand dan meedoet, dan krijg je iemand niet genoeg op niveau. Dan zou ik adviseren om een cabaret cursus te doen. Vooral als je geen theaterschool hebt gedaan. Soms is een cursus al genoeg om te leren hoe je je verhaal moet beginnen, hoe je moet schrijven en hoe je op het toneel moet staan. Leren communiceren met een publiek. Alleen cabaret kijken is niet genoeg, je moet het doen. Het grootste misverstand is om te denken dat je het gewoon kunt omdat het er bij ervaren cabaretiers zo makkelijk uitziet. Mensen hebben vaak geen idee hoe hard het werken is. Schrijven, schrappen, schaven. En veel try-outen. Je moet je materiaal testen op een publiek om te zien wat werkt en te voelen waar het zit.

Wat zijn je verwachtingen en hoop voor de toekomst van het GSCF? Hoe zie je de rol van cabaret in de komende jaren evolueren?

Vooruitkijkend naar de toekomst van het GSCF, koester ik de hoop dat het blijft dienen als een vruchtbare grond voor jong cabarettalent om te leren, te groeien en zich te ontwikkelen. Cabaret in de breedste vorm. Van kleinkunst tot stand up. Het biedt niet alleen een platform voor opkomende artiesten om hun eerste stappen te zetten in de wereld van cabaret, maar het opent ook deuren naar mogelijke vervolgstappen, zoals vaker gevraagd worden om ergens te spelen of uiteindelijk meedoen aan een van de grotere festivals. En soms krijgt een winnaar zelfs een impresariaat na dit festival. Mijn verwachting is dat het GSCF zijn rol als een inspirerend en innovatief opstap festival blijft vervullen, waar nieuwe gezichten en originele stemmen worden ontdekt en gewaardeerd.
Wat betreft de evolutie van de rol van cabaret in de komende jaren, zie ik het als een kunstvorm die voortdurend in beweging is. Er is ruimte voor groei, experimenten en het verkennen van nieuwe thema’s en stijlen. Het GSCF kan een cruciale rol blijven spelen in het bevorderen van zowel diversiteit als het aanmoedigen van vernieuwing binnen het cabaretgenre.

Tot slot, wat betekent het GSCF voor jou persoonlijk, en wat hoop je dat het blijft betekenen voor de mensen die het evenement bijwonen?
Ik hou van dit festival en draag het een warm hart toe.
Persoonlijk heb ik veel geleerd en me ontwikkeld tijdens mijn werk bij het festival. De mogelijkheid om met zoveel jong talent te werken, heeft mijn kennis en ervaring als regisseur aanzienlijk vergroot. Zeker om met zoveel verschillende mensen te werken. Ik weet nog niet zeker of ik in de toekomst betrokken blijf bij het GSCF want ik ga ook zelf weer spelen. Daar moet ik goed over nadenken. Het kost veel tijd, maar het is een fantastisch festival, en ik heb 15 jaar samengewerkt met hele fijne mensen in de schouwburg en het is te gek om hopelijk een beetje te hebben kunnen bijdragen aan de droom van al die talenten.

Ter ere van het 15-jarige jubileum van Audrey Bolder’s betrokkenheid bij het Groninger Studenten Cabaret Festival (GSCF) hebben wij een interview gehouden! Ontdek de reis en groei van Audrey, en werp een vrolijke blik op de evolutie van het GSCF door de jaren heen.

 

“Kun je ons vertellen hoe je oorspronkelijk betrokken raakte bij het Groninger Studenten Cabaret Festival? Wat trok je aan om bij dit evenement betrokken te worden?”

“Ik kende het festival van naam en van een klasgenoot van de toneelschool die het met zijn duo (Schudden voor gebruik) had gewonnen. Dus ik wist dat het GSCF een springplank kon zijn. Het begon voor mij na een workshop die ik bij het Leids Cabaret Festival had gegeven. Helga Voets, de directeur van Bunker Theaterzaken en toenmalig organisator van het LCF had net in de jury gezeten bij het GSCF en wist dat ze een nieuwe regisseur zochten. Zij heeft mij bij ze aangeraden. Hoewel ik al wat regieopdrachten op de theaterschool had gedaan, en ook een band in theater had geregisseerd, en hier en daar een workshop, was het GSCF een sprong in het diepe voor me.
Er was een klik met de deelnemers en de manier van werken. Groningen heeft de traditie dat een regisseur met alle deelnemers werkt, en dat betekent dat je met allerlei verschillende soorten mensen moet kunnen werken en omgaan. Ook als het niet echt klikt. Of in een enkel geval dat ze onmogelijk zijn om mee te werken.. Dat is ook wat het GSCF zo bijzonder maakt. Het draait niet om mijn persoonlijke smaak, maar om het vermogen om goed te kijken en te ontdekken wat bij een deelnemer past. Wat hij of zij echt wil maken. Daar help ik bij.”

“Het is een bijzonder jaar, aangezien je al 15 jaar bij het GSCF betrokken bent. Wat betekent dit jubileum voor jou persoonlijk?”

In Groningen werd er altijd gewisseld van regisseur, maar ik werd elk jaar weer teruggevraagd. Het is inmiddels de meest vaste klus die ik ooit heb gehad. Ik wil er elk jaar wel goed over nadenken of ik er mee door ga. Ik kan in aanloop naar het festival geen grote andere klussen doen, maar ik vind het een geweldig festival om aan mee te werken. Daarom doe ik het uiteindelijk ook al 15 jaar. Na 10 jaar dacht ik: bizar hoe snel het gaat. Inmiddels zijn we weer vijf jaar verder, daar wil ik nu wel even bewust bij stil staan.

“Hoe is het GSCF in de afgelopen 15 jaar veranderd of gegroeid? Zijn er momenten geweest die je extra speciaal vindt?”

“Ik probeer zo gelijkwaardig mogelijk met iedereen te werken. Daarom hebben we de afspraak gemaakt dat iedereen vier keer mag repeteren, hoewel dit niet verplicht is. Natuurlijk zijn er jaren waarin de samenwerking geweldig verloopt. En ik doorwerk met mensen. Zo heb ik bijvoorbeeld net het 1e avondvullende programma van Boban Braspenning, winnaar van het 35ste GSCF, geregisseerd. Het feit dat dit voortkomt uit het festival, maakt het extra bijzonder.
En in mijn tweede jaar deed Dara Faizi mee. Hij behandelde het thema van de vluchtelingenproblematiek en vertelde over zijn aankomst op Schiphol met zijn moeder. Dit was een uniek perspectief in de cabaretwereld dat ik nog niet eerder op het podium had gezien. Dara was een veelbelovend talent die dat jaar alle prijzen won. Ook met hem werkte ik door na het festival. We waren begonnen met brainstormen over zijn tweede avondvullende programma. Helaas is hij ziek geworden en tien jaar geleden op jonge leeftijd overleden. Daarnaast koester ik warme herinneringen aan mijn samenwerking met Toon en Maurice, die jarenlang verantwoordelijk waren voor het lichtontwerp en decor. Zij deden dit altijd belangeloos, in hun vrije tijd, en met heel veel enthousiasme. Daarnaast was ik natuurlijk ook een stuk jonger toen ik begon en ging ik vaak mee stappen na de halve finale en finale. Samen met de gastacts, presentatoren en na de finale ook met de jury. De laatste jaren blijven er ook steeds meer oud juryleden terugkomen om naar de finale te kijken. Onwijs gezellig. Draaiende dansvloeren, vage kelders, shotjes, eierballen en patat. Hilarische avonden!”

“Wat zijn enkele van de uitdagingen waarmee je te maken hebt gehad als regisseur bij het GSCF, en hoe heb je deze overwonnen?”

“In mijn derde jaar hadden we een presentatrice die gedurende de hele avond de hoofdsponsor afzeek. Na het festival heeft de hoofdsponsor het contract opgezegd, wat een aanzienlijke financiële klap voor het festival betekende. Het jaar daarop konden de licht- en decorontwerper niet meer betaald worden. Hierdoor heb ik veel taken over moeten nemen, wat erg spannend was. Maar daar heb ik dan wel weer heel veel van geleerd.

Daarnaast was er een incident waarbij Jort Kelder presenteerde en tijdens de opening een bak met M&M’s over de grond gooide, waardoor het hele podium bezaaid was met M&M’s.. Hij deed of ie niks te eten had gekregen, behalve een bakje M&M’s. Super grappig. Not. Ik schreeuwde door de portofoon dat de decorbouwers moesten vegen. Jort dacht dat hij als presentator ook grappig moest zijn, maar het was totaal misplaatst.
Een andere keer had het bestuur een acteur (bekend van de melk reclames met het bommetje met koeien) gevraagd om de finale te presenteren. Hij wilde graag op de vleugel spelen als een soort van act, maar hij bleek geen piano te kunnen spelen. Het bestuur zei hem dat dit echt geen goed idee was, maar hij deed het toch en begon heel raar te bewegen. Een soort impro dans act met vals pianospel.. Bizar.. Sindsdien hebben we besloten om alleen comedians op het podium te laten presenteren, omdat dit gewoon het beste werkt.”

“Als regisseur ben je betrokken bij de creatieve processen van de deelnemers. Hoe zorg je ervoor dat hun unieke stem en stijl naar voren komen in hun optredens?”

“Het is veel praten, vooral aan het begin. Bij de eerste repetitie laat ik deelnemers zoveel mogelijk vertellen en vraag ik alleen maar door als ik ergens een haakje voel. Je moet nieuwsgierig zijn en goed kunnen luisteren.
Ik neem alles serieus en dat is dan ook mijn belangrijkste taak. Ja zeggen tegen ideeën waarvan je voelt dat er een bron onder zit.

“Is er een bepaalde boodschap of advies dat je zou willen delen met de jonge cabaretiers die dromen van een carrière in het cabaret?”

“Je kunt bij een auditie talent in iemand zien, een persoonlijkheid die iemand met zich meebrengt op toneel. Dat heb je of heb je niet. Maar soms is het nog zo pril en dan weet ik dat ik dat niet kan fixen in vier repetities. Als iemand dan meedoet, dan krijg je iemand niet genoeg op niveau. Dan zou ik adviseren om een cabaret cursus te doen. Vooral als je geen theaterschool hebt gedaan. Soms is een cursus al genoeg om te leren hoe je je verhaal moet beginnen, hoe je moet schrijven en hoe je op het toneel moet staan. Leren communiceren met een publiek. Alleen cabaret kijken is niet genoeg, je moet het doen. Het grootste misverstand is om te denken dat je het gewoon kunt omdat het er bij ervaren cabaretiers zo makkelijk uitziet. Mensen hebben vaak geen idee hoe hard het werken is. Schrijven, schrappen, schaven en veel try-outen. Je moet je materiaal testen op een publiek om te zien wat werkt en te voelen waar het zit.”

“Wat zijn je verwachtingen en hoop voor de toekomst van het GSCF? Hoe zie je de rol van cabaret in de komende jaren evolueren?”

“Vooruitkijkend naar de toekomst van het GSCF, koester ik de hoop dat het blijft dienen als een vruchtbare grond voor jong cabarettalent om te leren, te groeien en zich te ontwikkelen. Cabaret in de breedste vorm. Van kleinkunst tot stand up. Het biedt niet alleen een platform voor opkomende artiesten om hun eerste stappen te zetten in de wereld van cabaret, maar het opent ook deuren naar mogelijke vervolgstappen, zoals vaker gevraagd worden om ergens te spelen of uiteindelijk meedoen aan een van de grotere festivals. Soms krijgt een winnaar zelfs een impresariaat na dit festival. Mijn verwachting is dat het GSCF zijn rol als een inspirerend en innovatief opstap festival blijft vervullen, waar nieuwe gezichten en originele stemmen worden ontdekt en gewaardeerd.
Wat betreft de evolutie van de rol van cabaret in de komende jaren, zie ik het als een kunstvorm die voortdurend in beweging is. Er is ruimte voor groei, experimenten en het verkennen van nieuwe thema’s en stijlen. Het GSCF kan een cruciale rol blijven spelen in het bevorderen van zowel diversiteit als het aanmoedigen van vernieuwing binnen het cabaretgenre.”

“Tot slot, wat betekent het GSCF voor jou persoonlijk, en wat hoop je dat het blijft betekenen voor de mensen die het evenement bijwonen?”

“Ik houd van dit festival en draag het een warm hart toe. Persoonlijk heb ik veel geleerd en me ontwikkeld tijdens mijn werk bij het festival. De mogelijkheid om met zoveel jong talent te werken, heeft mijn kennis en ervaring als regisseur aanzienlijk vergroot. Zeker om met zoveel verschillende mensen te werken. Ik weet nog niet zeker of ik in de toekomst betrokken blijf bij het GSCF, want ik ga ook zelf weer spelen. Daar moet ik goed over nadenken. Het kost veel tijd, maar het is een fantastisch festival, en ik heb 15 jaar samengewerkt met hele fijne mensen in de schouwburg en het is te gek om hopelijk een beetje te hebben kunnen bijdragen aan de droom van al die talenten.”

 

Met enorme dankbaarheid nemen we afscheid na een onvergetelijke periode van 15 jaar samenwerking bij het Groninger Studenten Cabaret Festival. Audrey’s onschatbare bijdrage als regisseur heeft het festival laten stralen. We wensen Audrey alle succes in haar nieuwe avonturen en koesteren geweldige, warme herinneringen aan de prachtige reis die we samen hebben gemaakt!